Het verhaal van Cecile, bewoner van ons WZC sinds…XXX
“Ik kom van Balegem, ik heb daar gans mijn leven gewoond. Na een ingreep kon ik niet meer naar huis. Ik kwam op herstel in het kortverblijf en aansluitend kwam er een kamer vrij in het woonzorgcentrum, dat is nu ondertussen 2 jaar geleden. Thuis missen doe ik niet echt, ik denk er ook niet zoveel aan.
Mijn man is al 13 jaar overleden, dus mijn dochter en haar kinderen hebben alles geregeld van de verkoop tot en met het leegmaken van mijn huis. Ik heb nog een paar kleine spulletjes meegenomen naar hier, zoals een telefoonkastje een commode en een stoeltje. Daar zet ik dan mijn bloemetjes op. Je kan ook niet alles meebrengen, maar zo een paar kleine dingetjes maken het hier toch een beetje meer als ‘thuis’.
Ik voel mij hier ook echt thuis. Een vriendin van mij had mij ooit gezegd: “jij kan u daar zo gemakkelijk in stellen, je zit daar gewoon te wachten tot uw dood”. Maar iedereen komt ooit te overlijden, of je nu thuis woont of hier, dat maakt toch geen verschil hé. Zij was nog thuis, maar was 88 jaar, dat is dan eigenlijk thuis zitten wachten op je dood hé. Waarom zou je er u niet in stellen? Ik heb hier alles wat ik moet hebben en iedereen is vriendelijk.
Thuis blijven ging toch niet meer voor mij. Ik had wel al veel hulp thuis, maar toch, ik zag dat niet meer zitten. Ook voor mijn dochter was het een geruststelling. Zij woont ver weg en kan niet altijd direct bij mij zijn als er iets gebeurd. Ik ben hier meer op mijn gemak. Als ze op bezoek komen is het altijd een heel blij weerzien en kan ik er ook echt van genieten.
Ik hou van de babbeltjes hier in het woonzorgcentrum en ik doe mee aan de activiteiten die ik leuk vind, zoals koken of eens een quiz. Of ik lees een beetje en vul af en toe een kruiswoordraadsel in. Da’s wel al wat verminderd tegenover vroeger, ik ben er precies een beetje uit.
Ik ben ook elke morgen al vroeg op, heb tegen 8u al ontbeten en dan kan ik nadien nog eventjes een dutje doen. Ik ben ook al 90 jaar, dan mag dat wel al eens (lacht).
Ik zou niet meer willen terugkeren. Mijn zus, waar ik vroeger vaak samen handwerk mee maakte, woont hier ook. Het is plezant dat we elkaar op die manier ook kunnen zien. Breien en haken lukt nu niet meer zo goed maar ik kan mij genoeg bezig houden.”
Cecile Van Trappen